Veel profvoetballers die hun carriere zien stranden, vinden moeilijk hun draai in de ‘normale’ maatschappij. Voor werkloze spelers heeft de VVCS nu haar eigen re-integratieservice. Een van deelnemers hieraan is Rodney Cairo, in de GPD gaf Cairo de volgende toelichting.
Voor tientallen profvoetballers is de week van de waarheid aangebroken. Zal er voor het einde van de transferperiode nog een club komen met een contract? Of wordt hun droom keihard aan flarden geschoten?
Jaarlijks wordt van zo’n 60 eerstedivisiespelers het contract niet verlengd. Wat rest is een WW-uitkering en een zoektocht naar een carrière buiten het voetbal.Om hen bij te staan heeft de VVCS samen met uitkeringsinstantie UWV en het Centrum voor Werk en Inkomen (CWI) speciaal voor ex-profvoetballers een re-integratieproject opgezet.
“Veel voetballers hebben grote moeite met de omschakeling naar de ‘normale’ maatschappij. Sommige jongens zitten na beëindiging van hun contract thuis op de bank en zien geen licht meer aan het einde van de tunnel. Het is lastig een bestaan op te bouwen waarin sport niet meer op nummer één staat, aldus Danny Hesp.
Er kunnen dit jaar 50 werkloze profs deelnemen aan het VVCS-poject. Rodney Cairo is een van hen. De 33-jarige voetballer van HFC Haarlem heeft zelf de knoop doorgehakt. “Na negen jaar betaald voetbal is het mooi geweest. Ik heb voor mijzelf het maximale uit mijn carrière gehaald. Ik ga via een leerwerktraject aan de slag in de jeugdzorg, dat heeft me altijd al aangetrokken. Prioriteit nummer één is gewoon een goed inkomen verdienen, daarnaast wordt ik jeugdtrainer bij Haarlem.”
Cairo, die in het verleden bij FC Utrecht drie seizoenen mocht ruiken aan de eredivisie en speelde met voetballers als Dirk Kuijt en Igor Glusevic, is niet bang om in een zwart gat te vallen. “Ik ben realistisch, altijd geweest ook. Profvoetballer worden was mijn droom, maar door een blessure kon ik al snel niet meer doorstromen. Mijn voordeel is dat ik pas op mijn 22e jaar prof werd. Ik heb langer op school gezeten en al eerder andere baantjes gehad.”
De meeste spelers die hun carrière zien eindigen, gaan hun nieuwe toekomst veel minder zelfverzekerd tegemoet. “Leerwerktrajecten en opleidingsinstituten als het ROC zijn voor hun vaak abracadabra”, zegt Marieke Pol van adviesbureau Sport United, dat de werkzoekende spelers begeleidt. “Veel jongens vinden ook het zoeken op internet naar opleidingen en vacatures erg lastig”.
Voetballers zijn een heel aparte beroepsgroep, zegt Hesp. “Ze weten veelal niet wat ze kunnen, behalve voetballen. Ze zijn al op jonge leeftijd gestopt met hun opleiding om hun droom waar te maken. Naast de twijfel over de toekomst, gaan ze gebukt onder financiële druk. De eerstedivisie is geen eredivisie, spelers verdienen vaak niet veel meer dan het minimumloon en ook een WW-uitkering is geen vetpot. Veel jongens komen in de problemen als ze de keuze te lang voor zich uitschuiven.”
(foto: Orange Pictures)