De spelersraad van FC Volendam

6 april 2003

Crisis alom in het betaald voetbal, elke club lijkt wel in financiële nood te verkeren. Maar in Volendam blijft het betrekkelijk rustig. ‘Wat andere clubs nu overkomt hebben wij drie jaar geleden al meegemaakt’, zegt aanvoerder Misha Salden. Maar ook dit jaar heeft de spelersraad van Volendam een paar lastige problemen om op te lossen.

Tussen de trainingen zijn de spelers van FC Volendam verdeeld in de kaarters en de gameboys. Aan drie tafels zijn de ouderen van de selectie aan het kippen – een Volendamse variant op het toepen – terwijl de jeugd rond de TV hangt voor de nieuwste uitgave van FIFA 2003. Topscorer Reginald Faria speelt tegen Karim Bridji Paris St. Germain – Real Madrid. Vijf andere Volendammers voorzien – onderuit hangend op een luie bank – de virtuele strijd van vrolijk commentaar. Het is de vertrouwde landerigheid van het spelershome.

 

De spelersraad van FC Volendam heeft juist weer van FIFPro geld overgemaakt gekregen voor hun aandeel in de computerspelletjes. ‘Dat gaat allemaal in de pot, zegt Gerry Koning (23), de penningmeester van de Volendamse spelersraad. ‘Daarvan gaan we aan het eind van het seizoen paintballen of karten, daarna een hapje eten en dan stappen.’

Ook de boetes worden in de pot gestopt, ‘dus iedereen is erbij gebaat dat er geregeld boetes worden uitgedeeld’, zegt Koning lachend. En dus wordt de klok ’s ochtends nog wel eens een paar minuten teruggezet: 10 Euro boete voor wie een half uur voor aanvang van de training nog niet in de kleedkamer is. ‘En de jongens van het tweede, die de regels nog niet goed kennen zijn ook regelmatig het slachtoffer. Dan wordt een stukje tape ‘per ongeluk’ de medische ruimte ingegooid. Als je hem gaat halen hang je, want daar mag je niet met je voetbalschoenen komen. Weer 10 Euro voor de pot.’ Vorig jaar tikte het pas echt lekker aan toe Ibrahim Babangida twee keer een week te laat uit Afrika terugkeerde. Koning: ‘Maar die boetes werden uiteraard door de club uitgedeeld.’

 

Koning heeft een duidelijke functie, maar Carel Bartele (28) en Jermaine Holwijn (29) zeggen bescheiden dat ze in de raad slechts als ‘opvulling’ dienen. Want aanvoerder Misha Salden (29) is de onbetwiste leider van de spelersraad. Bartele: ‘Misha praat nu eenmaal het makkelijkste.’

Salden neemt zijn taak ook serieus. Het tekent hem dat hij tijdens de presentatie die de VVCS onlangs bij Volendam gaf, ijverig aantekeningen maakte. Salden was al in zijn tijd bij Haarlem lid van de spelersraad. Salden: ‘Maar bij Volendam kwam ik pas in de raad na de grote schoonmaak. Tot die tijd zaten jongens als René Binken, Jan Bruin en Raymond Berens in de spelersraad. Ik ben nu wel de woordvoerder voor het bestuur, maar vooraf hebben we natuurlijk steeds onderling overleg gehad.’

Dit jaar zijn er problemen ontstaan omdat voor de spelersraad niet duidelijk was wie nu het aanspreekpunt van de clubleiding was. Dat leidde tot een conflict over de premieregeling waarvoor de spelersraad nu de hulp van de VVCS heeft ingeroepen.

 

Salden: ‘Vorig jaar voerden we die gesprekken met vice-voorzitter Henk Schoorl en Cor Veerman, maar dit jaar was Dick Schneider als algemeen directeur aangesteld. Wij hadden als spelersgroep een prima contact met Schneider en hebben ook goede afspraken met hem gemaakt, met name over de premies. Soms duurde het wel lang, omdat Schneider het toch weer aan het bestuur bleek te moeten voorleggen, wat wij niet wisten.’

Toen Schneider werd ontslagen bleef er een belangrijk verschil van mening liggen. Salden: ‘Wij hebben duidelijke toezeggingen van Schneider gekregen, die ook schriftelijk zijn bevestigd. Dat kan wel zo wezen, zegt het bestuur nu, maar daar had Schneider helemaal geen zeggenschap over. We kwamen er niet uit en hebben de zaak nu in handen van de VVCS gelegd.’

 

Een van de zaken waarover de spelersraad overeenstemming dacht te hebben bereikt was de premie voor amateurs. Koning: ‘Wij hebben een aantal amateurs – zoals Brian Tevreden en Reginald Faria – die gewoon basisspeler zijn. Toch krijgen zij maar de helft van de wedstrijdpremies. Terwijl een speler met een jeugdcontractje die op de bank zit wèl de volledige premie krijgt. Dat is toch krom? Wij dachten dat we daar met Schneider een afspraak over gemaakt hadden, maar het bestuur zegt nu dat hen daar niets van bekend is.’

 

Ook dacht de spelersraad een regeling te hebben getroffen over de premies voor geblesseerde spelers. Salden: ‘Als je tijdens je werk en dóór je werk tijdelijk arbeidsongeschikt raakt, moet je toch een compensatie krijgen voor je gederfde inkomsten? Dat is toch overal zo? Nu krijgen geblesseerde spelers helemaal niets aan premies.’

Carel Bartele heeft het effect van deze regel dit seizoen pijnlijk aan den lijve ondervonden. De afgelopen twee seizoenen miste de middenvelder niet één wedstrijd, maar dit seizoen is hij vanwege een blessure nog niet in actie gekomen. De spelers krijgen 300 gulden per punt en begin april had Volendam al 51 punten verzameld. En dus liep Bartele dit seizoen al ruim 15.000 gulden mis.

 

Bartele: ‘Tja, het staat in mijn contract, dus ik heb geen poot om op te staan. Nee, uiteraard heb ik die bepaling er niet in laten zetten, maar ik heb hem er ook niet uit kunnen halen. Het werk ligt niet voor het oprapen, ik was bovendien nog nooit geblesseerd geweest en dus laat je zoiets dan maar passeren.’

De vreemde regeling blijkt een reactie te zijn op het tijdperk Van der Rijt, de man die er volgens Salden ‘een puinhoop’ van maakte en de club aan de rand van de afgrond bracht. Salden: ‘Toen kon alles en kregen ook de nummer 19 en 20 van de selectie de volledige wedstrijdpremie als ze geblesseerd waren. Terwijl als ze fit waren ze niet in aanmerking kwamen voor premies! Er moet nu een regeling komen, al begrijp ik het standpunt van de club ook wel dat de premies misschien niet volledig doorbetaald kunnen worden. Als er in een selectie opeens vijf spelers langdurig geblesseerd zijn heb je als club een flinke kostenpost. Maar je zou kunnen denken aan de eerste vier weken volledige premies en daarna een bepaald percentage. Zoiets.’

Overleg tussen de spelersraad en de VVCS

De spelersraad van Volendam vindt ook dat er een premieregeling voor geschorste spelers moet komen. Holwijn: ‘Je kunt toch een gele of rode kaart in het belang van de ploeg pakken? Als je dan geschorst wordt krijg je nu geen premie. Dat is toch vreemd? Moet je dan voortaan maar je been terugtrekken? Dat kan toch niet de bedoeling zijn?’

Net als NAC met het vertrek van Roelant Oltmans zijn aanspreekpunt verloor (zie vorige Contractspeler), zo is ook bij Volendam na het vertrek van Dick Schneider geen regelmatig overleg meer met de clubleiding. Dat de club momenteel sportief uitstekend draait heeft dan ook niet merkbaar tot een meer ontspannen verhouding geleid. Koning (lachend): ‘Misschien is de penningmeester wel teleurgesteld dat hij meer premies moet uitbetalen.’ Bartele: ‘Het zijn geen voetbalmensen, ze zijn vooral organisatorisch bezig. Maar op zich hebben ze de afgelopen tijd goed werk gedaan. ‘ Salden: ‘Ze zijn zakelijk. Dat is misschien niet altijd het prettigste om mee te onderhandelen, maar ze hebben Volendam na de chaos die Van der Rijt achterliet, er toch weer aardig bovenop gekregen.’

 

Want Volendam staat er redelijk goed voor, zo denken de spelers. Salden: ‘Je merkt het aan zoiets als de hapjes en drankjes na afloop van de wedstrijd. Dat is normaal het eerste waarop bezuinigd wordt. Dat ziet er bij ons in vergelijking met andere clubs goed uit.’

 

Niettemin gaat de algehele crisis in het betaald voetbal natuurlijk niet aan de spelers van Volendam voorbij. Het zal niet meevallen om aan het einde van een contract een nieuwe verbintenis te verdienen. Salden: ‘Tot voor kort was Volendam niet in staat aflopende contracten tijdig te verlengen, waardoor jonge jongens als Ruud Kras, Niels Kokmeijer en Eddy Putter gratis konden vertrekken. Nu liggen talenten als Maurice Buys, Jackie Tuyp en inmiddels ook Reginald Faria wel voor meerdere jaren vast. En bij oudere spelers als Carel, Jermaine en ik laten ze de contracten rustig aflopen. Bij ons hebben ze geen haast om te verlengen.’

 

Jermaine Holwijn ondervindt dat dit seizoen als eerste. Zijn contract loopt af, maar hij weet nog niet wat de club met hem van plan is. Holwijn: ‘Volendam zal wel lang wachten voordat ze dat bekend maken. Mijn zaakwaarnemer zoekt nu naar een andere club, maar het zal moeilijk worden met 250 spelers die van de zomer zonder werk komen te zitten. Ik kan alleen maar voetballen en afwachten. Misschien komt Volendam nog met een aanbieding, misschien komt er een nieuwe club.’

Koning: ‘Het is een voordeel dat we bovenin meedraaien en hopelijk nacompetitie gaan spelen. Voor clubs in de onderste helft van de eerste divisie zijn spelers van Volendam toch interessant. Ze zijn beter dan de spelers die er dit jaar speelden, anders hadden ze niet zo laag gestaan. En de clubs zullen tot heel laat in het seizoen wachten en kunnen ons dan nog in de nacompetitie in actie zien.’

 

Maar wat doet een speler van Volendam als zijn contract niet verlengd wordt en bijvoorbeeld VVV hem een bescheiden aanbieding doet? Rijdt hij dan op en neer naar Venlo of kiest hij voor zijn maatschappelijke loopbaan en gaat hij bij een behoorlijke amateurclub in de buurt spelen?

Salden: ‘Dat is moeilijk. Van de zomer gingen er jongens naar TOP Oss, terwijl je dacht: wat kan zo’n club je nu te bieden hebben? Maar blijkbaar toch wel wat en nu blijken ze ook nog best een aardig ploegje te hebben. Holwijn: ‘Op en neer rijden naar Venlo kan natuurlijk niet, maar als ze je een appartementje aanbieden…’

Mocht de profcarrière onverhoopt toch plotseling eindigen, hebben de spelers dan al andere werkzaamheden op het oog? Holwijn: ‘Nou, ik wil volgend jaar gewoon weer een club.’ Bartele: ‘Ik ben pas op mijn 24ste in het betaald voetbal terechtgekomen en zou waarschijnlijk wel weer bij mijn ouwe baas als loodgieter aan de slag kunnen. Maar of ik dat wil? Voetbal is toch het mooiste.’ Salden: ‘Ik heb het CIOS gedaan en ben nu al trainer van zondag derdeklasser KFC uit Koog aan de Zaan. Ik zal in de sport werkzaam blijven.’ Ook Gerry Koning hoeft zich over zijn maatschappelijke loopbaan geen zorgen te maken. Hij loopt momenteel stage en staat op het punt zijn universitaire opleiding in de actuariële wetenschappen af te ronden. Koning: ‘Zo lang het geen lichamelijke arbeid is kun je er naast het voetbal nog wel iets bij doen, vind ik. We trainen alleen op maandag twee keer, dus je hebt in principe vier ochtenden vrij.’

 

Maar het betaald voetbal blijft toch het mooiste, daar is iedereen het over eens. Salden: ‘Je ziet het aan iemand als Quincy van Ommeren. Die ging hier vorig jaar niet akkoord met de aanbieding van Volendam. En dan? Omdat hij een aanbieding geweigerd had, kreeg hij ook nog eens geen uitkering. En vind dan maar eens snel wat anders, als je er lang uit geweest bent. Dat valt niet mee.’