Vandaag heeft het hoogste orgaan in sportrechtspraak, het Court of Arbitration for Sport, CAS, uitspraak gedaan in de Webster-zaak. In deze zaak ging het om de vraag of de speler rechtmatig zijn nog lopende contract kon verbreken nadat de zogenaamde beschermde periode (“protected period”) van drie jaar was verstreken.
Het CAS heeft uitgesproken dat Webster dit inderdaad kon doen en bevestigt daarmee een eerdere uitspraak van de Dispute Regulation Chamber (DRC) van de FIFA. Webster ging over tot het beëindigen van zijn contract nadat hij was uitgesloten van het spelen van wedstrijden voor zijn club Heart of Midlothian omdat hij niet bereid bleek om een nieuw contract te tekenen.
Andy Webster
Andy Webster is vanaf het begin van zijn conflict met Hearts gesteund door de spelersvakbond PFA Scotland. De vakbond heeft hem in nauwe samenwerking met de mondiale vakbond FIFPro en zijn nieuwe club Wigan bijgestaan in deze procedure.
De betekenis van deze beslissing is enorm. Alle spelers over de gehele wereld kunnen nu na afloop van de beschermde periode een eind maken aan hun contract, zonder dat zij daarvoor geschorst kunnen worden.
De uitspraak betekent wel dat Webster een vergoeding moet betalen aan zijn oude club. Zo’n vergoeding kan evenwel niet worden gezien als een transfervergoeding. Dat is het gevolg van de overeenkomst tussen FIFA en de Europese Commissie in 2001, die tot stand kwam nadat het Bosman-arrest van het Europese Hof van Justitie in 1995 een einde maakte aan het transfersysteem. Vanaf dat moment was duidelijk dat de relatie tussen club en speler wordt beheerst door het arbeidsrecht.
De FIFA reglementen geven enkele criteria voor het bepalen van de omvang van de vergoeding die moet worden betaald indien een lopend contract wordt verbroken. Het belangrijkste element is de restwaarde van het nog lopende contract. De VVCS en FIFPro hebben altijd bepleit dat dit het enige relevante criterium zou moeten zijn, hetgeen nu bevestigd is door het CAS.
In de vorige beslissing werden er door de FIFA DRC naast de restwaarde van het contract ook een aantal andere punten meegewogen. Het ging daarbij om de pro rata afkoopsom die door de oude club was betaald ; de periode dat de speler bij de club is geweest en de waarde van het contract in het eerste jaar bij de nieuwe club. Al deze componenten zijn door het CAS niet meegenomen bij de bepaling van de hoogte van de vergoeding.
Zoals gezegd is het CAS uitsluitend uitgegaan van het basis salaris over de nog resterende duur van het contract. Kosten, premies en bonussen zijn buiten beschouwing gelaten. Hierdoor komt de door Webster te betalen vergoeding neer op £ 150,000 in plaats van de £ 625,000 die de FIFA DRC eerder vaststelde. Dit staat helemaal in schril contrast met de £ 5 miljoen die Hearts als vergoeding eiste. Het Hof overweegt hierbij dat er geen enkele economische, morele of juridische rechtvaardiging bestaat voor een club om de marktwaarde van een speler op te voeren als gemiste winst.
Het feit dat het CAS heeft beslist dat er geen aanleiding is om een evenredig gedeelte van de afkoopsom die door Hearts was betaald mee te nemen bij de vergoeding, betekent dat een club een betaalde afkoopsom moet afschrijven over de duur van het eerste contract. Vanaf het moment dat er een tweede contract wordt aangegaan, is er geen verhaal op de speler meer mogelijk voor een eerder betaalde afkoopsom. Deze beslissing zal een grote ommekeer veroorzaken in de boekhouding van clubs waar ook ter wereld.
Daartegenover staat dat wanneer er een nieuw contract wordt afgesloten , er opnieuw een beschermde periode van maximaal drie jaar gaat lopen waarin het voor de speler niet of nauwelijks mogelijk is om eenzijdig zijn contract tussentijds te verbreken. Er hangt hem dan een langdurige schorsing boven het hoofd.
FIFPro-jurist Wil van Megen: “Deze beslissing is geheel in overeenstemming met de FIFA Reglementen en het FIFA akkoord met de Europese Commissie. Het arbeidsrecht wordt volledig gerespecteerd , terwijl er aan de andere kant voldoende aandacht is voor de specifieke aspecten van de sport. De uitspraak is een verdere normalisering van de arbeidsverhoudingen in de voetbalsport. Vanaf nu weten speler en club aan het einde van een beschermde periode precies waar ze aan toe zijn en dat is winst. Deze uitspraak is een nieuwe mijlpaal in de voetbalgeschiedenis. Met Andy Webster heeft Jean-Marc Bosman een waardige opvolger gekregen.
”VVCS-directeur mr Louis Everard: “Dit is na Bosman weer een grote dag voor de spelers. Hun rechtspositie is wederom sterk verbeterd. Niet alleen aan einde van zijn contract is de speler volledig vrij om te bepalen voor welke club hij wenst te spelen, maar nu heeft hij ook een dergelijke keuze na het verstrijken van de beschermde periode. Grote winst hierbij is dat zowel club als speler nu de financiële consequenties van een dergelijke stap vooraf kunnen overzien. Ik verwacht dan ook een meer dan substantiële verlaging van de tot dusverre betaalde afkoopsommen, die mijns inziens werkelijk in geen enkele verhouding stonden tot de realiteit.”