Igor Simutenkov, een voormalig Russische speler van CD Tenerife, heeft een rechtszaak gewonnen die van grote invloed kan zijn op verdere openstelling van de EU-landen voor meer buitenlanders. Advocaat-generaal Stix-Hackl van het Europese Hof van Justitie oordeelde in het voordeel van Simutenkov, die van mening was dat zijn mogelijkheden werden beperkt door de regel dat slechts een gelimiteerd aantal niet-EU spelers opgesteld mogen worden in de Spaanse competitie.
In een niet-bindende conclusie, uitgesproken op 11 januari, stelt advocaat-generaal Christine Stix-Hackl van het Europese Hof van Justitie dat de weigering van de Spaanse voetbalbond om Simutenkov een EU-status te geven een vorm van discriminatie is.
De discriminatie is gelegen in het feit dat vanwege de partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Rusland, Russische spelers, wanneer zij een werkvergunning hebben, recht hebben op dezelfde behandeling als spelers uit de EU.
Igor Simutenkov (31), tegenwoordig spelend voor de Kansas City Wizards, speelde van 1999 tot 2002 voor CD Tenerife. Hij beschikte over een arbeidsovereenkomst, een Spaanse verblijfs- en werkvergunning en de Spaanse bondslicentie voor spelers van buiten de EU en de Europese Economische Ruimte.
In Spanje mogen echter slechts een beperkt aantal spelers van buiten de Europese Economische Ruimte opgesteld worden. Simutenkov verzocht daarom om een wijziging van zijn licentie in een EU-licentie. Hierbij baseerde hij zich op de partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Rusland, die met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden discriminatie op grond van nationaliteit verbiedt.
Maar Simutenkovs verzoek werd door de Spaanse voetbalbond afgewezen. Simutenkov legde de zaak vervolgens voor aan een Spaanse rechterlijke instantie, die vervolgens het Europese Hof van Justitie om een oordeel vroeg.
De conclusie van de advocaat-generaal dat Simutenkov in zijn recht staat bindt het Hof niet. Het Hof neemt in de meerderheid van de gevallen echter het advies van de advocaat-generaal over.
De EU heeft vergelijkbare verdragen als met Rusland gesloten met andere landen als Oekraïne, Roemenië en Israël. Of spelers uit deze landen straks ook vrijelijk in de EU kunnen voetballen hangt af van de precieze formulering van de verdragen.
Door het advies van de advocaat-generaal lijkt het recentelijk veelgehoorde streven naar meer spelers uit eigen land per elftal weer moeilijker te realiseren.