Daan Rots (22) leeft zijn droom bij FC Twente. De jonge rechtsbuiten is kind van de club waar hij basisspeler is in de ploeg van trainer Joseph Oosting.
Voor De Contractspeler sprak hij eind 2023 over zijn jeugd, doorbreken bij de club waar hij als supporter op de tribune stond en over de toekomst.
Kun je wat meer vertellen over waar je bent opgegroeid?
‘Mijn roots liggen in Groenlo’, begint Rots. ‘Dat is nog net geen tukkerland, maar het ligt tussen Doetinchem en Enschede in. Als kind voetbalde ik daar altijd op straat. We hadden twee grote bloembakken voor ons huis en daartussen kon je heel mooi voetballen. Ik speelde altijd tegen oudere jongens uit de buurt, daar bokste ik als het ware tegenop’, blikt hij terug. Door tegen oudere en betere spelers te voetballen ontwikkelt de jonge Rots zich snel. ‘Ik was heel jong, volgens mij een jaar of vier, toen ik al bij SV Grol mee mocht trainen bij de pups, zo noemen ze de afdeling voor de jeugd die eigenlijk nog te jong is om officieel mee te spelen’. Het talent van Rots werd snel door diverse scouts opgepikt. Hij mocht meetrainen bij De Graafschap, was al bijna ingeschreven bij de blauw-witten, tot een telefoontje uit Enschede zijn leven veranderde.
Het lag voor de hand dat je bij De Graafschap zou gaan spelen, hoe ben je alsnog bij FC Twente terecht gekomen?
‘Op mijn tiende werd ik gebeld door Jan Kemkens, van de FC Twente/Heracles Academie. Hij vroeg me of ik in de academie wilde voetballen en toen was de keuze snel gemaakt. Mijn hele familie was namelijk voor FC Twente. Mijn vader had via zijn werk vier stoelen op de hoofdtribune en is een echte supporter. Hij ging vroeger ook al naar het Diekmanstadion. Mij nam hij weleens mee naar De Grolsch Veste, dus natuurlijk koos ik meteen voor FC Twente toen Jan belde. De keuze was misschien anders geweest als iedereen bij ons thuis voor De Graafschap was geweest.’
In Enschede speelt Rots plotseling bij de club waar hij zelf fan van is. ‘Toen ik met mijn vader meeging naar het stadion zag ik Bryan Ruiz spelen, maar ook Blaise N’Kufo en Theo Janssen. Dat waren spelers waar ik echt tegen opkeek. Het team dat in 2010 kampioen werd vond ik sowieso erg goed. Als jeugdspeler kreeg ik twee seizoenskaarten, dus ben ik ook regelmatig wezen kijken. We hadden plekken ergens op de tweede ring. Dat was prima, maar liever zat ik natuurlijk in Vak-P. Tussen de fanatieke aanhang, inderdaad. Maar ja, daar zou iedereen wel willen zitten, dus kom je er niet zo makkelijk tussen. Er is een hele lange wachtrij. Misschien is dat maar goed ook, want daardoor blijft het echt een heel bijzonder en fanatiek vak’.
De jonge Rots doorloopt alle jeugdelftallen bij ‘zijn’ FC Twente. Hij speelt zich in de kijker en zijn ultieme droom, debuteren in het eerste, lonkt. Op welk moment ben je bij het eerste elftal gekomen?
‘Ron Jans zag het wel in me zitten. Hij haalde sowieso veel jonge spelers bij de selectie. Daar ben ik hem nog steeds dankbaar voor. Debuteren voelde geweldig maar was ook best raar. Ik speelde voor Onder 19 en Onder 21, daar presteerde ik goed maar toen kwam het coronavirus. FC Twente was net teruggekeerd in de Eredivisie, dus dat seizoen verliep vreemd omdat het werd beëindigd in verband met de pandemie. Het seizoen daarop waren veel spelers vertrokken. Jeugdspelers kregen daarom de kans om mee te doen en zichzelf te laten zien. Ik kreeg ook zo’n kans, greep hem met beide handen aan, dus dat was fantastisch. Mijn spel werd ook steeds beter, ik speelde steeds iets langer als invaller en kreeg een contract waarna ik officieel selectielid ben geworden. Het seizoen 21/22 speelde ik bijna alles als basisspeler, dat was heel mooi. Daarmee heb ik denk ik wel laten zien dat ik het niveau van de Eredivisie aankan. We eindigden dat jaar op de 4e plek, het was een goed seizoen. Ook besefte ik dat ik elke wedstrijd voor mensen in zo’n sfeervol stadion speelde, waar ik zelf altijd als supporter had gezeten. Mijn droom was uitgekomen’.
Afscheidswedstrijd Bryan Ruiz
Het werd nog mooier toen Rots in de voorbereiding op het huidige seizoen mee mocht met de selectie naar Costa Rica. Het land van de voormalige FC Twente spits, Bryan Ruiz. De sierlijke spits kwam tussen 2009 en 2011 uit voor de Tukkers en had net zijn carrière beëindigd. ‘Ruiz had een afscheidswedstrijd georganiseerd met zijn eigen Deportivo Alajuense en nodigde FC Twente uit als tegenstander. Ik vond het mooi en erg bijzonder dat wij daarbij mochten zijn’, kijkt Rots terug. Uitgerekend Rots gaf een assist op zijn jeugdidool, het werd de laatste goal ooit van Bryan Ruiz. ‘Dat wij voor en van hem mochten spelen was heel fraai, hij bewaarde blijkbaar zulke goede herinneringen aan de club’. En dus ontmoette Rots op die trip één van zijn helden waar hij als kleine jongen in het stadion naar keek. Moeilijk of spannend vond Rots dat niet. ‘Ze zeggen weleens dat je nooit je helden moet ontmoeten, maar dat vind ik echt bullshit’, klinkt het duidelijk. Bryan is superaardig, hij vond het geweldig dat we er waren en deed er echt alles aan om ons een leuke trip te bezorgen. Dat is hem heel goed gelukt, haha’.
De trip naar Midden-Amerika luidt een voorlopig succesvol seizoen in. Rots is een bepalende speler geworden. Hoe is het voor je familie om jou te zien spelen?
‘Mijn vader gaat net als vroeger elke wedstrijd kijken. Hij is er thuis, maar af en toe ook bij uitwedstrijden. Ik kan me niet inbeelden hoe het voor hem moet voelen als hij zijn kinderen ziet spelen. Hij is al zo ontzettend blij als we gewoon weer mogen spelen.’ We, zegt Rots trots. Want sinds dit seizoen speelt ook zijn jongere broer Mats (17) af en toe in het shirt van FC Twente. Tegen Riga FC, in de Conference League, scoorde Daan zelf een prachtig doelpunt én kwam Mats in de slotfase in het veld. ‘Dat was geweldig. Dat mijn broertje in de De Grolsch Veste zijn debuut mocht maken maakt me absoluut trots. Ik vind het super om met hem te spelen, maar denk dat hij nog wat constanter moet worden om door te groeien tot basisspeler in het eerste. Hij is wat introverter dan ik, binnen en buiten het veld. Hij is wel een fysiek sterke verdediger en heeft erg veel talent. Hij heeft wat meer genen van mijn moeder meegekregen denk ik, daarom is hij wat langer. Ik vertel hem soms overigens ook dat hij meer discipline moet hebben om nog beter te worden. Dat is niet hard en hij kan mijn opmerkingen wel waarderen. Het is ook niet iets dat je snel hebt geleerd of van de ene op de andere dag in je vingers hebt. Het gaat om een proces waar tijd in gaat zitten, je moet er namelijk achter zien te komen wat er van je wordt gevraagd op het hoogste niveau. Ik weet echt wel zeker dat hij er komt.’
Behalve Mats is er nog een Rots. ‘Ik ben de oudste in het gezin, maar na mij komt Tiem, hij is 20. Hij kan ook goed voetballen, maar speelt nu in het eerste van SV Grol. In de voetbalwereld weet je het nooit en het zou prachtig zijn om met zijn drieën in het eerste van FC Twente te spelen, maar in principe is het voor hem geen optie meer om profvoetballer te worden. Dat leven is niet voor iedereen weggelegd en dat is ook helemaal niet erg, dat vindt hij zelf ook. Hij speelt met zijn beste vrienden, heeft andere keuzes gemaakt die goed bij zijn karakter passen. Hij gaat nu samen met onze vader naar het stadion, dan kunnen ze lekker samen juichen, dat is toch ook prachtig?’
En juichen kunnen ze dit seizoen regelmatig in Enschede. Na een voortvarende start in de competitie en de basisplaats van Rots worden moeilijke wedstrijden gewonnen, zoals tegen Feyenoord (2-1). Wat is jullie geheim?
‘De benadering van Joseph Oosting bevalt me erg goed, maar we zijn ook echt een leuk team samen. We gaan voor elkaar door het vuur. We hebben al een goede afstand op de ranglijst gecreëerd ten opzichte van de andere ploegen en ik denk dat we met deze ploeg veel kunnen bereiken. We kunnen het ook allemaal goed met elkaar vinden. Soms gaan we leuke dingen doen met elkaar, na een training. Zo zijn we een keer gaan padellen, maar ook wezen karten. Een enkele keer gaan we na een overwinning ook met een paar jongens de stad in. Dat doen we dan samen, het gaat niet om de kroeg maar we willen gewoon ons gezicht laten zien op plekken waar onze fans ook zijn. Dat vinden ze prachtig. We laten dan zien dat we niet boven ze staan maar gewoon hetzelfde zijn als zij. Met Mees Hilgers en Max Bruns ben ik echt vrienden geworden, daar heb ik al zo lang mee samengespeeld. Ook met Sem Steijn ben ik goed bevriend, maar eigenlijk kan ik het met iedereen goed vinden hoor.’
Hoewel de vriendengroep van de selectie dus een van de sleutels voor het Twentse succes lijkt, heeft Rots ook aan zijn eigen, individuele prestaties gewerkt. ‘Vorig jaar had ik het wat moeilijker, er was ook veel concurrentie op mijn positie. Daarom heb ik nog harder gewerkt en bijvoorbeeld aan mijn rendement gewerkt. Hoe? Vroeger was ik veel bezig met simpele afwerkoefeningen, schoot ik maar wat op goal. Nu proberen we tijdens de training wedstrijdsituaties na te bootsen. Dan ben je beter voorbereid en weet je eerder wat je moet doen tijdens een wedstrijd. Ik heb veel te danken aan de staf, dus ook de assistenten Jeffrey de Visscher, Sander Duits, maar eigenlijk aan alle trainers. Want ook met Peter Uneken en de hoofdtrainer praat ik veel individueel. Ik denk dat je wel kunt zien dat het resultaat heeft opgeleverd en dat ik een stabielere speler ben geworden’.
Met de sfeer in de groep en de ontwikkelingen van Rots zit het dus goed. Welke doelstellingen levert zo’n ontwikkeling op, zowel voor jezelf als voor het team?
‘Ik wil zo goed mogelijk presteren met FC Twente, zo hoog mogelijk eindigen en de club echt naar een hoger niveau tillen. Mijn ambitie is dan ook om de groepsfase van een Europees toernooi te halen. We waren er al twee keer heel dichtbij maar vlogen er toch steeds net uit. Dat was zo jammer. Ik hoop dat dit team bij elkaar blijft om dat zure gevoel van die uitschakeling weg te spoelen. Het lijkt me met deze ploeg ook gewoon haalbaar. Echt iedereen wil elkaar helpen en beter maken, dat is volgens mij uniek in de voetbalwereld. En als dat gelukt is? Nou, mocht het voor mij zijn weggelegd, dan vind ik de Spaanse competitie geweldig. Dat voetbal ligt mij wel. Ik vind het mooi en het is heel technisch. Je ziet veel goede steekballen en mooie acties. Natuurlijk is de Engelse Premier League ook fantastisch, maar het Spaanse voetbal is het spel waar ik graag naar kijk en waar ik van houd. Bovendien is Spanje een mooi land en het helpt natuurlijk ook dat het daar lekker weer is, haha.’